Wijkagent Chiel Lentz: "Mensen voelen zich zo comfortabel bij ons dat we ze er weleens aan moeten herinneren dat we óók van de politie zijn"
Ter gelegenheid van de Week van de Rechtsstaat en Hague Justice Week, presenteren we vanuit Just Peace een drietal verhalen waarin we verschillende personen aan het woord laten. Allen werkzaam binnen verschillende lagen van onze rechtsstaat. Den Haag is natuurlijk dé juridische hoofdstad en de internationale stad van vrede en recht, maar wat gebeurt er eigenlijk achter de muren van die gebouwen en wat drijft de mensen die er werken? Voor het tweede verhaal in deze serie spreken we met Chiel Lentz, wijkagent in de Vogelwijk in Den Haag.
Fotografie en tekst door Loretta Monique
Je bent al elf jaar wijkagent, waarvan de laatste drie jaar in de Vogelwijk. Wat maakt het werk van een wijkagent zo anders dan dat van andere politiemensen?
“Wanneer er nood aan de man is, bel je 112. Dan komt er een politiewagen en die agenten gaan vervolgens pleisters plakken, zoals we dat noemen. Bijvoorbeeld bij een uit de hand gelopen ruzie tussen een man en een vrouw. Die worden uit elkaar gehaald, krijgen te horen dat ze dat niet meer moeten doen en vervolgens gaan de agenten er weer vandoor. Dat is heel waardevol en nodig, alleen heb je daarmee het achterliggende probleem nog niet opgelost. Daar zijn wij voor. We kijken niet alleen naar die ene ruzie, maar ook naar het grotere plaatje. Komen deze ruzies vaker voor? Zijn er kinderen in de woning aanwezig? Zou een hulpverleningstraject iets kunnen zijn?
“Wanneer iemand verslaafd is en daardoor geluidsoverlast veroorzaakt, heeft het niet zo veel zin om te zeggen ‘dat iemand zachtjes moet doen’ en vervolgens weer te vertrekken”
Wanneer iemand verslaafd is en daardoor geluidsoverlast veroorzaakt, heeft het niet zo veel zin om te zeggen ‘dat iemand zachtjes moet doen’ en vervolgens weer te vertrekken. Dan sta je daar drie keer op een dag voor de deur. Wij kijken vooral naar de achterliggende problematiek en monitoren iemands voor- of achteruitgang. Als we opmerken dat die verslaafde persoon in een psychose is geraakt, dan hebben we medewerkers op het politiebureau die we kunnen inzetten ter ondersteuning. Samen kijken we dan of iemand moet worden opgenomen of medicatie eventueel anders kan worden ingericht.
Ik vergelijk ons werk weleens met een fietswiel: wij zijn de banden en de partners waarmee we samenwerken zijn de spaken. Denk daarbij aan winkeliers, sportverenigingen, hulpinstanties en buurthuizen. Ik zie mezelf eigenlijk als een soort doorgeefluik dat bewoners snel kan doorverwijzen naar een van die partners waar we nauw mee samenwerken.”
Wijkagenten van de Vogelwijk: Chiel Lentz (links) & Steven van der Gaag (rechts).
Hoe gaan jullie te werk?
“Als wijkagenten zijn we eigenlijk de hele dag aan het ‘temperaturen in de wijk’. Dat wil zeggen dat we continu peilen of er onrust heerst. Je bent op die manier echt de thermometer van de wijk en dat maakt dat je situaties veel eerder aan ziet komen en dus beter kunt anticiperen. We signaleren veel en zitten overal dicht bovenop. Er ontstaan soms situaties en dan zeggen mensen ‘we hadden dit nooit zien aankomen.' Dat gebeurt bij ons eigenlijk zelden.”
“Zelfs mensen die zwaardere strafbare feiten gepleegd hebben zeggen: ‘ik wil niets met de politie te maken hebben, maar als de wijkagent belt dat ik moet komen, dan kom ik.’”
Merk je dat de stap kleiner is voor mensen om naar jou toe te komen, in plaats van naar het politiebureau?
“Het is voor mensen vaak een grote stap om een politiebureau in te lopen of een politieauto staande te houden. Wijkagenten zorgen ervoor dat de interactie met de politie laagdrempelig wordt. Soms zó laagdrempelig dat mensen het werk van een wijkagent loskoppelen van dat van de politie. Dan zeggen mensen ‘maar jij werkt toch niet écht voor de politie?’ en beginnen ze ineens heel gevoelige informatie te delen over strafbare feiten die ze hebben gepleegd. Ik geef mensen dan altijd een keuze: of je moet nu stoppen met je verhaal, of ik ben genoodzaakt je op je fouten te wijzen en iets te doen met de informatie die je deelt. Bewoners voelen zich zo vrij bij ons, maar we blijven natuurlijk wel politieagenten. Dat maakt onze positie ook wel bijzonder. Zelfs mensen die zwaardere strafbare feiten gepleegd hebben zeggen: ‘ik wil niets met de politie te maken hebben. Maar als de wijkagent belt dat ik moet komen, dan kom ik gewoon.”
Hoe belangrijk is de aanwezigheid van een wijkagent in de wijken?
“Ik vind het belangrijk om een wijkagent te zijn voor álle bewoners, niet alleen voor de mensen die problemen ervaren. Mensen hebben veel vragen over ons werk en als wijkagent ben je eigenlijk een soort uithangbord. Het is jouw taak om uit te leggen waarom de politie op bepaalde manieren optreedt. Er wordt al snel geroepen ‘de politie moet harder optreden’ of ‘de politie had moeten schieten’, maar er zijn heel wat richtlijnen waar we ons aan moeten houden. We zijn geen cowboys! Zo is er redelijk wat onwetendheid over het geweldsmonopolie van de politie. Ik geloof dat als je bepaalde onzekerheden wegneemt bij mensen, er veel meer begrip ontstaat.
“Er zijn heel wat richtlijnen waar we ons aan moeten houden. We zijn geen cowboys!”
Een goed voorbeeld van het belang van onze aanwezigheid is het proces rondom de winteropvang voor dak- en thuislozen dat in de Vogelwijk gestationeerd werd. Voordat de gemeente overgaat tot actie stellen ze mij eerst de vraag: ‘wat gaat de wijk hiervan vinden?’ Vervolgens ga ik met bewoners in gesprek en probeer ik te proeven wat de algemene sfeer is. Je moet op dat soort momenten heel goed aan bewoners uitleggen wat precies de bedoeling is van zo’n plan, bijvoorbeeld door middel van een informatieavond. Door mensen op deze manier te betrekken, merk je dat de rust bewaard blijft en de wijk makkelijker meegaat in de realisatie van zo’n opvang. De bewoners zijn uiteindelijk gaan participeren door het doneren van kleding en het doen van vrijwilligerswerk."
Hoe draagt het werk van een wijkagent bij aan vrede en recht, bijvoorbeeld op nationale schaal?
“Ik denk dat alleen al onze aanwezigheid in de wijk bijdraagt aan dat gevoel van vrede en recht. Omdat we de thermometer van de wijk zijn, blijft het rustiger. Nederland is een van de weinige landen die gebruik maakt van wijkagenten. Als er ergens onrust ontstaat of dreigt te ontstaan, worden eerst de wijkagenten naar buiten gestuurd om te gaan ‘temperaturen’. Wij gaan dan de straat op en kijken wat er speelt. Omdat we de wijk als onze broekzak kennen, kunnen we bepaalde onrust van mijlenver zien aankomen en dit eerder doorgeven aan bijvoorbeeld nationale eenheden binnen de politie. Doordat zij al in een vroeg stadium op de hoogte zijn van bepaalde zaken, kunnen ze beter anticiperen. Op een meer lokaal niveau zijn we bijvoorbeeld ook veel aanwezig op middelbare scholen om goed contact te houden met de jongeren in de wijk.”
“Jongeren komen naar ons toe met vragen, meestal ‘voor een vriend’”
Wijkagenten van de Vogelwijk: Steven van der Gaag (links) & Chiel Lentz (rechts.
Hoe ervaren jongeren jullie aanwezigheid op zo’n school?
“In eerste instantie merk je dat onze aanwezigheid onrust geeft op zo’n school. Leerlingen vinden dat spannend en denken: er is politie, wat is er aan de hand? Maar na een tijdje wennen ze eraan. Elke maand ga ik samen met een jongerenwerkster naar de middelbare school in mijn wijk en houden we tijdens de grote pauze een soort spreekuur om voorlichting te geven. We nemen gadgets mee en stallen we die uit in de aula. Jongeren komen dan naar ons toe met vragen, meestal ‘voor een vriend’. Hierdoor wordt de politie voor hen ook weer een beetje laagdrempeliger. Door de informele sfeer die we creëren delen jongeren regelmatig dingen die eigenlijk gewoon strafbare feiten zijn. We moeten dan altijd een afweging maken wat we daarmee doen.”
Wat is het belangrijkste dat mensen moeten weten over het werk van een wijkagent?
“Dat we er voor iedereen zijn, niet alleen voor bewoners met problemen. Het benaderen van de politie kan bijna niet laagdrempeliger. We zijn ook een soort informatiepunt voor mensen, wanneer ze vragen hebben of ergens mee zitten. We kunnen mensen goed doorverwijzen naar andere instanties, mochten wij het niet kunnen oplossen. Daarnaast zijn 365 dagen per jaar, 24/7 geopend. De gemeente gaat dicht, loketten gaan dicht, maar wij werken door. Ik denk dat dat bijdraagt aan een gevoel van veiligheid.”